Op een zaterdag een paar weken geleden was het prachtig weer, weinig wind en eindelijk eens geen regen. Mijn 14-jarige zoon had nieuwe schoenen nodig en tijdens het ontbijt stelde ik voor dat hij samen met zijn vader de 25 km naar de stad verderop ging fietsen om daar de nieuwe schoenen te kopen. Ze fietsen vaak in het weekeinde grote afstanden en dit was een mooie combinatie van fietsen en nieuwe schoenen kopen.
Pubergedrag
Mijn zoon zette gelijk zijn hakken in het zand. Hij moest nog huiswerk maken, hij moest zich nog aankleden en hij hoefde eigenlijk niet die dag nieuwe schoenen, dat kon volgende week ook wel. Zo ging hij nog even door met het verzinnen van redenen om vooral niet te gaan fietsen.
Vervolgens gebeurde er ook wat met ons. Mijn man ik gingen hem motiveren, het is lekker weer, bewegen is goed voor je, de nieuwe schoenen, iets lekkers kopen in de stad et cetera.
Mijn dochter reageerde anders, ze hield mijn zoon een spiegel voor en ging zijn bezwaren bevestigen en overdrijven. ‘Nee, mama, hij moet eerst nog een uur op de wc filmpjes kijken en zijn huiswerk kan hij echt niet morgen doen.’
Het resultaat was dat wij trokken en duwden aan mijn zoon en boos werden op mijn dochter. De irritatie steeg. Een proces dat we door en door kennen, waar we blijkbaar steeds weer in belanden en wat niet resulteert in wat we willen, sterker nog, de sfeer is gelijk verpest.
Deze keer doorbrak ik het en zei tegen mijn zoon: ‘Papa en mama zijn aan je aan het trekken en je zus houdt je een spiegel voor terwijl jij alleen maar meer je hakken in het zand zet en boos wordt op je zus. Heb je dit in de gaten?’ Vervolgens ging ik kaders aanbrengen. ‘Je gaat nu naar boven en over een half uur ben je aangekleed beneden.’ Dat werkte, net op tijd kwam hij naar beneden, was nog wel een schoen kwijt waarvan ik moest weten waar die was, maar gelukkig vond hij hem boven op zijn kamer en ging hij en zijn vader op de fiets naar de stad.
Of problemen met Executieve Functies
Typisch pubergedrag zou menig ouder zeggen en voor een deel heeft dat er misschien wel mee te maken, maar wie mijn boek, Vechten voor mijn kind met een TOS, gelezen heeft, weet dat wij deze problemen al jarenlang tegen komen. Mijn zoon heeft een TOS (Taalontwikkelingsstoornis) en ondanks dat hij goed praat heeft hij nog altijd te maken met de gevolgen van die TOS. Gevolgen voor zijn sociaal emotionele ontwikkeling en gevolgen voor zijn executieve functies (EF). Zijn EF zijn ver beneden het niveau waarop ze zouden moeten zijn en ontwikkelen zich langzaam. Het gevolg is onder andere dat hij onverwachte wijzigingen van plannen niet goed kan verwerken, niet goed kan bedenken welke acties hij moet ondernemen en als reactie daarop zich hiertegen verzet.
Overbezorgde ouders
Zelfs wij, ervaren ouders van een kind met een TOS, gaan nog regelmatig voorbij aan de problemen van onze zoon. Schatten hem dagelijks verkeerd in en moeten veelvuldig een stapje terug doen en kadering aanbrengen zodat hij wel kan schakelen en aanhaken. Het is o, zo verleidelijk om boos te worden, om hem af te rekenen op zijn gedrag in plaats van zijn hulpvraag te zien.
Wij worden door de buitenwereld vaak bestempeld als te bezorgde ouders die onze zoon de hand boven het hoofd houden, hem te veel beschermen. Vaak krijgen wij het advies hem niet te helpen en het hem zelf uit te laten zoeken en dat zouden wij graag willen. Helaas leidt dat alleen maar tot meer problemen. Dan raakt onze zoon in paniek, blokkeert hij en komt hij tot helemaal niets meer. Zit hij gillend in zijn kamer en uiteindelijk ligt hij dan huilend in zijn bed hardop te herhalen dat hij stom is, dat hij dom is, dat hij niets kan en dood wil.
Dagelijks balanceren wij op het dunne koord tussen hem zoveel mogelijk zelf laten doen en hem net genoeg ondersteunen om niet vast te lopen in onmogelijkheden.
Deze keer lukte het mij om op tijd in te zien dat zijn gedrag een hulpvraag was. Met mijn kadering kreeg hij grip op de situatie, was hij in staat om met zijn vader 50 km te fietsen en was hij heel blij met zijn nieuwe schoenen.
Nog dezelfde dag lukte het ons niet. We hadden ’s ochtends de bedden afgehaald en waren dat ’s avonds alweer vergeten. Toen mijn zoon naar bed ging zag hij zijn onopgemaakte bed en riep om hulp. Wij zaten beneden op de bank televisie te kijken, waren moe van de hele dag kadering aanbrengen en vonden dat hij zelf zijn bed wel op kon maken. Dat lukte hem niet, hij kon het beddengoed niet vinden, wist niet hoe zijn dekbed in zijn overtrek moest en zijn kussen in zijn sloop. Allemaal bezigheden die flexibiliteit, planning, inzien waar te starten, overzicht houden, volgorde aanbrengen, doorzettingsvermogen en het einddoel voor ogen houden of kort gezegd executieve functies, vereisten. Wij werden luid schreeuwend op de hoogte gebracht van zijn onmogelijkheden. Boos ging mijn man naar boven en maakte zelf het bed op terwijl mijn dochter en ik beneden het geheel aanhoorden.
Gelukkig is er morgen weer een nieuwe dag met nieuwe uitdagingen en kansen.